








Gisteren ben ik naar het Tijdelijke Modemuseum geweest, wat zich gevestigd heeft in het Nieuwe Instituut in Rotterdam. Er waren drie tentoonstellingen te zien. Allereerst werd de invloedrijke rol van de Nederlandse consument in de ontwikkeling van de internationale mode getoond. Daar is te zien hoe de zelfmaakmode van na de Tweede Wereldoorlog eerst leidde tot Mac & Maggie en uiteindelijk tot fast-fashionketens zoals Zara en H&M.
De tweede gallery ging over oude favorieten die per seizoen opnieuw voor geïnterpreteerd. Marjo Kranenborg heeft een aantal tijdloze mode-items geselecteerd en waarmee ze laat zien waarom deze ons blijven intrigeren.
Als laatste, de derde gallery, wordt de realiteit getoond van het modesysteem. Dit was behoorlijk indrukwekkend. Zo werd er verteld hoeveel water er gebruikt word gebruikt om een jeans te produceren. Dit was wel een aantal honderd liter voor maar één jeans. Ook is er te zien welke reis kleding aflegt, hoeveel arbeid er in zit, hoeveel water verbruikt wordt bij de productie, wat de kosten zijn van het maakproces en hoeveel de consument uiteindelijk betaald voor een kledingstuk.
Ik vond vooral de laatste gallery het interessants. Dit kwam niet, omdat het heel bijzonder gepresenteerd was maar echt omdat ik versteld stond van de arbeid die er in kleding zit. Dit had ik echt niet verwacht!
Het kaartje wat we kregen was niet alleen voor het Nieuwe Instituut, maar ook voor Vila Zonneveld. Later hierover meer!
Liefs,
Marieke